Als je gaat snowboarden in de bergen krijg je al gauw te maken met verschillende sneeuwcondities op een dag op de piste. Allemaal vragen ze om op een andere manier bereden te worden. In dit blog leg ik je uit welke 7 sneeuwcondities je kan tegenkomen op de piste en hoe je daarin het beste kunt snowboarden.

#1. Corduroy sneeuw

Laten we beginnen met een term die niet iedereen wat zegt, maar die we bijna allemaal tegenkomen op de piste als we op tijd opstaan om te gaan boarden: corduroy sneeuw.

Wat is corduroy sneeuw?

Corduroy sneeuw is gladgestreken of ‘gegroomed’ door een pistebully. Perfect egaal dus. Corduroy sneeuw herken je aan het nette ribbelpatroon in de sneeuw. Vandaar de naam corduroy, wat verwijst naar het Engelse ‘ribfluweel’.

De meeste pistes liggen er vroeg in de ochtend zo bij. De echte ‘early-birds’ die meteen gaan snowboarden als de eerste lift naar boven gaat, kunnen hun eerste afdaling(en) in corduroy sneeuw boarden. Na een aantal afdalingen met genoeg anderen op de piste is de corduroy kapot gereden, dus je moet wel op tijd zijn wil je van dit fenomeen genieten.

Hoe voelt corduroy sneeuw om in te snowboarden?

Corduroy sneeuw is hele fijne en makkelijke sneeuw om in te snowboarden. Het kost geen extra moeite en is daarom ook ideaal voor beginnende snowboarders.

Omdat het gladde en egale sneeuw is waarin alle oneffenheden zijn weggehaald door de pistebully is het ook heel voorspelbare sneeuw. Er liggen geen onverwachte hopen op de piste. Dat maakt het makkelijk om je te oriënteren, omdat je ver vooruit kunt kijken op de piste.

Bovendien is corduroy sneeuw supersnel vanwege het mooie egale oppervlak. Je kunt er goed je bochten in maken met goede grip, zeker als je wil carven. Leuke sneeuw dus voor elke snowboarder!

afbeelding van cordoruyLinks zie je nog stukken corduroy sneeuw.

#2. Hardpack of firn sneeuw

Een andere sneeuwconditie die we als snowboarder bijna allemaal wel een keer tegenkomen op de piste is wat ze noemen ‘hardpack’, of ook wel ‘firn’.

Wat is firn sneeuw?

Firn sneeuw ontstaat wanneer sneeuw overdag smelt door de zon en ‘s nachts weer bevriest, waarbij dit proces zich meerdere malen herhaalt. Er ontstaat dan een compacte harde korrelige sneeuwlaag. Deze sneeuwconditie komt veel voor als de lentezon doorbreekt en minder in de wintermaanden.

Hoe voelt het om in firn sneeuw te snowboarden?

Firn sneeuw is doorgaans fijne sneeuw om in te snowboarden. Ondanks dat het harder is en wat korreliger met kleine sneeuwbrokjes aan het oppervlak, is het geen zware sneeuw om doorheen te werken. Je kunt er lekker tempo in maken.

Meestal is firn sneeuw in de ochtend nog wat harder dan overdag. Omdat de temperatuur in de ochtend lager ligt blijven de sneeuwvlokken dichter op elkaar zitten. Zodra een paar uur de zon erop staat voel je ook tijdens het snowboarden dat de sneeuw wat losser wordt.

Wat ik zelf heel fijn vind aan firn, is dat het ontzettend goede grip heeft. Dit is ideale sneeuw om echt je staalkanten overdwars in neer te zetten als je van carven houdt. Persoonlijk vind ik firn sneeuw de lekkerste sneeuw.

TIP: Wil je de hele dag op hardpack sneeuw snowboarden? Dan zou je kunnen kijken welke pistes op het Oosten liggen en daarmee beginnen, gevolgd naar het Westen.
Afbeelding van firn sneeuwHet oppervlak van firn sneeuw heeft meer reliëf, zonder enorme hopen en bulten sneeuw.

#3. Crudsneeuw

Als snowboarder hoop je natuurlijk wel een keertje op een verse laag sneeuw tijdens je wintersport. Maar zodra die valt, krijg je op een gegeven moment te maken met wat ze in het Engels crud noemen, wanneer genoeg wintersporters deze verse sneeuwlaag kapot rijden.

Wat is crudsneeuw?

Crudsneeuw is rommelige en onvoorspelbare sneeuw. Dit ontstaat wanneer vers grvallen sneeuw kapot wordt gereden en ‘uitgespoord’. Hierdoor ontstaan er overal hopen, brokken en hompen sneeuw. Crudsneeuw herken je aan het ongelijke oppervlak met heel veel reliëf.

Hoe voelt het om in crudsneeuw te snowboarden?

Crudsneeuw is zware sneeuw om in te snowboarden. Allereerst vanwege het ongelijke oppervlak. Het is vermoeiender omdat je lastig kunt oriënteren en snel moet beslissen. Je zult veel moeten sturen om grote brokken, kuilen of moguls (sneeuwhopen) te ontwijken, of om ze op de juiste manier te trotseren.

Het is ook een stuk harder werken voor je benen om bochten goed in te sturen. Bochten in crudsneeuw maak je meer door in te springen, zodat je bochten kort en wendbaar kunt houden, in plaats van lange aangesloten bochten.

Met crudsneeuw heb je wel hele goede grip, omdat de staalkanten zich makkelijker ingraven in de sneeuw. Wel kost het meer werk om de bochten goed te houden door het ongelijke oppervlak.

Zeker met een wat stijver snowboard is dit hard werken en vermoeiend als je een hele dag alleen maar op pistes met crudsneeuw kunt snowboarden. Met een wat soepeler snowboard waarmee je makkelijker je bochten kan inzetten is het langer vol te houden.

Tips om in crudsneeuw te snowboarden:

  • Span goed je core aan zodat je niet overal heen stuitert als je over hobbels en hopen gaat.
  • Gebruik goed je voorste en achterste been om te sturen. Je zult meer neerwaartse kracht moeten zetten.
  • Maar: ontspan juist je enkels en knieën een beetje om de schokken soepel op te vangen als je over hopen en hobbels gaat.
  • Houdt je knieën goed licht gebogen en voorkom dat je met overstrekte knieën over hobbels en kuilen gaat.
  • Blijf constant goed de piste om je heen lezen en zoek voor stukken die zachter zijn door de zon of minder hobbelig en bobbelig: vaak aan de zijkanten van de piste.
afbeelding van crudsneeuwCrudsneeuw heeft veel hopen en kuilen, het is geen egaal oppervlak.

#4. Papsneeuw of slush

Met name in de lentemaanden is de kans groot dat je ook wel eens door natte ‘slush’ moet snowboarden. Zeker wanneer je in een lager gelegen gebied bent, wanneer de zon een stuk krachtiger is en de temperaturen niet onder 0 liggen overdag. Doe daar nog een regenbui bij en de sneeuw verandert gegarandeerd in papsneeuw.

Wat is papsneeuw?

Door temperaturen boven het vriespunt (vaker op laaggelegen terrein zoals dalafdalingen) smelten de sneeuwkristallen sneller en ontstaat natte, zware sneeuw. Vandaar de naam ‘papsneeuw’. Vaak is deze sneeuw een beetje bruin/grijs van kleur. Papsneeuw bevat heel veel watermoleculen, daarom ziet het er waterig en donkerder uit naast gewone witte sneeuw.

Hoe voelt het om in papsneeuw te snowboarden?

Over papsneeuw hebben veel snowboarders sterke gevoelens, waaronder ikzelf. Sommigen vinden het heerlijk om in te snowboarden, anderen hebben er een bloedhekel aan.

Papsneeuw voelt in vergelijking met andere sneeuwsoorten heel zwaar en stroef, alsof je permanent plak onder je board hebt die je afremt – wat in feite ook zo is.

Omdat de afwatering onder je board slecht is met papsneeuw en het een hoge weerstand heeft, verlies je veel tempo. Het is daarom moeilijker om aaneengesloten goede bochten te maken. Het is ook een stuk harder werken voor je benen.

Tips om in papsneeuw te snowboarden:

  • Probeer niet te veel te sturen en gewoon rechtdoor je board te laten uitglijden, om zo min mogelijk tempo te verliezen.
  • Verlaag je zwaartepunt door een stukje door je knieën te buigen, dan sta je meer in balans.
  • Houd je gewicht centraal boven je board en ga niet te ver naar achteren hangen.
  • Schroef je tempo met papsneeuw iets op, omdat je ook gauw afremt. Zo voorkom je dat je bijna stil komt te staan als je een bocht wil maken.
afbeelding van papsneeuwPapsneeuw herken je aan z’n bruin/grijzige kleur.

#5. Poedersneeuw

Een andere sneeuw soort waar je je als snowboarder in veel sneeuwgebieden aan kan wagen is poedersneeuw. Met name parallel aan veel pistes liggen vaak stukken heerlijke verse poedersneeuw. Zelf word ik erg blij van poedersneeuw, ik raad je aan om het vooral eens te proberen als je de kans krijgt.

Denk aan je veiligheid
Sommigen zoeken de poedersneeuw het liefste op buiten de piste. Zorg altijd dat je weet wat je doet als je off-piste de poedersneeuw gaat proberen. Direct parallel aan de piste snowboarden waar iedereen je kan zien, is wat anders dan een ongerepte bergflank met poedersneeuw zoeken. Wees je bewust van lawinegevaar en het feit dat je vast kan komen te zitten, en zorg dat je daarvoor de juiste gear bij je hebt en training hebt gehad. Je zou ook kunnen overwegen om met een gids te gaan. Ga in ieder geval nooit alleen. 

Wat is poedersneeuw?

Poedersneeuw is sneeuw die veel lucht bevat en heel licht is van structuur. Als er 90% of méér lucht in de sneeuw zit, spreken we van poedersneeuw. Niet alle sneeuw die valt is dus poedersneeuw. Ook kan poedersneeuw die gevallen is later veranderen in andere zware of compacte sneeuw. De meest luchtige en lichte poedersneeuw is wat ze noemen ‘champagnepoeder’.

Hoe voelt het om in poedersneeuw te snowboarden?

Snowboarden op poedersneeuw voelt heel licht aan en is echt een apart gevoel als je dat vergelijkt met snowboarden op compactere sneeuw.

Het maakt wel verschil of je over een dunne laag poedersneeuw glijdt, of je een weg baant door een pak poedersneeuw dat ver boven je enkels uitkomt en je snowboard compleet bedekt. Want hoe meer lucht de poedersneeuw bevat, hoe dieper je erin wegzakt en gewoon over de grond glijdt.

Het is niet per se makkelijk om in poedersneeuw te boarden, zeker niet als beginnend snowboarder. Je zult een aangepaste techniek moeten beheersen waarbij je weet wat de juiste gewichtsverdeling is op je board, waarmee je meer naar achteren leunt. Het lijkt wat dat betreft veel meer op surfen. Vandaar dat er ook speciale ‘poederboards’ zijn met de looks van een surfplank.

Ook zul je voldoende snelheid moeten houden en open S-bochten moeten maken om goed te kunnen blijven sturen en je balans te houden.

Tips om in poedersneeuw te snowboarden:

  • Verplaats je gewicht meer naar achteren op je snowboard zodat je de neus van je board omhoog trekt. Je gewicht moet voor ongeveer 60% – 70% op je achterste been leunen (maar overdrijf niet).
  • Blijf tempo houden en ga niet te langzaam. Dit verkleint de kans op dat je wegzakt in de poeder en valt.
  • Maak niet te gesloten bochten, maar juist open bochten. Hiermee kun je beter je snelheid en balans controleren.
afbeelding van poedersneeuwIn poedersneeuw kun je diepe sporen achterlaten.

#6. Crustsneeuw

Soms krijg je met sneeuw te maken die zowel hard aan de bovenkant is, maar zacht onder de bovenlaag: crustsneeuw.

Wat is crustsneeuw?

Crustsneeuw ontstaat wanneer overdag door de zon de bovenste laag sneeuw smelt en deze ‘s nachts weer bevriest op de laag eronder. Als de bovenste laag hard bevroren is blijf je daarop staan. Maar als de bovenste laag een beetje bevroren is, dan ‘breekt’ de sneeuw onder je snowboard open zodra je voldoende kracht zet op je board. Deze lagen van harde en zachte sneeuw kunnen zich opstapelen.

Hoe voelt het om in crustsneeuw te snowboarden?

Crustsneeuw die openbreekt voelt zwaarder aan om in te snowboarden. Met name als je door de zachtere laag eronder weer op een harde bevroren laag stuit. Je zult daarom een iets agressievere techniek moeten aannemen, vergelijkbaar met hoe je het beste door crudsneeuw snowboard.

Tips om door crustsneeuw te snowboarden:

  • Trek je knieën meer naar je toe als je bochten maakt
  • Probeer meer in te springen in je bochten

#7. IJsplaten

Tot slot ijsplaten. Hoewel dit natuurlijk niet een sneeuwconditie is, is dit wel iets wat je ongetwijfeld een keer gaat tegenkomen op de piste. Daarom dat ik deze ook nog even kort benoem. Vooral omdat het een bron van ergernis kan zijn voor veel snowboarders, en ik genoeg boarders ken die er zelfs een beetje bang voor zijn.

Wat zijn ijsplaten?

IJsplaten zijn plekken met bevroren water op de piste die doorgaans erg glad en heel hard zijn (als er niet een klein laagje sneeuw overheen ligt). IJsplaten op de piste kunnen ontstaan wanneer het regent en vervolgens opvriest zonder verdere neerslag. Ze ontstaan ook door verkeerd afgestelde sneeuwkanonnen. Daarnaast kunnen ijsplaten ontstaan wanneer de sneeuw smelt door warm weer en het vervolgens erg koud wordt. IJsplaten zijn doorgaans goed zichtbaar van een afstandje doordat ze afsteken van kleur in de sneeuw.

Hoe voelt het om op te snowboarden?

Snowboarden over ijsplaten vinden de meesten maar niks. Ik ben er zelf ook geen fan van, maar haal er inmiddels wel m’n schouders voor op. Het vervelende aan ijsplaten is dat ze spiegelglad zijn en het lastig maken om grip te houden op je staalkanten. Met name wanneer je staalkanten niet goed geslepen zijn.

Zodra je een bocht maakt en je snowboard op z’n kant zet en daarbij over een ijsplaat gaat, kun je het gevoel hebben de controle te verliezen en lelijk onderuit gaan.

Tips om over ijsplaten te snowboarden:

De truc met ijsplaten is om vooral niet te agressief te snowboarden, maar juist losjes en subtiel.

Kun je nog om de ijsplaat heen? Doe dat dan. Kun je er niet meer omheen? Geen paniek. Het belangrijkste is dat je probeert niet te heftig te sturen en geen scherpe bochten maakt. Ook is het niet aan te raden om hard te remmen om een ijsplaat, want daarmee is de kans groot dat je juist onderuit gaat.

Probeer als je over een ijsplaat gaat je board plat neer te leggen en er maar gewoon overheen te glijden met je gewicht goed centraal boven je board. Ga dus niet naar achteren hangen uit angst om te vallen of om je ‘schrap’ te zetten. Voor je weet ben je eroverheen en is er niets aan de hand!

  • Maak geen felle en aggressieve bewegingen, maar beweeg juist losjes.
  • Kijk of je sporen van sneeuw kan vinden op de ijsplaat en pak die. Sneeuw remt je af, op ijs ga je snel.
  • Probeer je board plat neer te leggen op stukjes ijsplaat en je gewoon voort te laten trekken.
Kaal geschraapt vs. ijsplaat
Verwar ijsplaten niet met kaal geschraapte stukken piste als gevolg veel remmen en rütschen. Of als gevolg van de wind die alle losse sneeuw heeft weggeblazen. Dit soort kale stukken piste zijn óók knetterhard en bieden nauwelijks grip. Pas hierop daarom dezelfde techniek toe als op ijsplaten: leg als het kan je board plat neer en zet niet teveel kracht op je staalkanten, grip heb je immers nauwelijks op dit soort stukken. 

Veel snowboardplezier!